Het is de tweede, eigenlijk al derde dag van de vakantie. Ik denk steeds vaker aan jou, aan de periode voordat je ziek werd. Dat is fijn, mijn lieve, blonde, blije jongetje. ik probeer me voor te stellen hoe je nu bij ons aan tafel zou zitten. Met de meisjes mee zou rennen naar de knutselclub. En achter papa’s benen zou hangen bij de kinderdisco. Gisteren draaiden ze het liedje van: de olifant heeft de dikste billen van het hele land. Dan belanden mijn gedachten toch weer snel in het Máxima Centrum. De muziekkids waar je zo graag heen ging. Je vond het fijn als ze van de olifant voor je zongen. Zelf zong je graag: olifantje in het bos, laat je mama toch niet los. Ik heb je laten gaan lieverd, het spijt me zo erg!!! Ik weet niet waarom het noodlot zo hard moest toeslaan. Waarom we je niet konden redden. Waarom dit moest gebeuren. Ik zie je rennen over de camping in Zeeland. En fietsen, snel naar voren op de camping, om naar het zwembad of de knutselclub te gaan. Je vond het allemaal mooi. Je was met alles blij. Ik vind het fijn dat ik je weer kan herinneren met je blonde haartjes. Maar je zou nu gewoon bij Lieke en Emma moeten zijn! Ik hou van je lieve schat! ❤️