Kamer 291

Lieve Lars, papa en mama zijn in jouw kamertje in het Maxima Centrum. Jouw kamertje waar je een jaar lang gewoond hebt. Waar je KanjerKetting boven je bed hing. Je bloemenslinger van de kinderen uit je klas voor het raam hing. En al je tekeningen van de ziekenhuistekenaar aan het magneetbord geplakt waren. Wat is het verdrietig lieverd. We kunnen jou zo weer hier in je bed voorstellen. Jij met je grapjes. Je kleine lijfje onder het gestreepte dekbed. Je iPad als schild voor alle dokters en verpleegsters. Want wat was je steeds bang dat ze vervelende handelingen bij je moesten doen. Mama ziet nog zo waar ze de maaghevelzak en katheterzak aan je bed vast maakten. Papa ziet de electriciteitsnoertjes onder je bed. Er is weinig veranderd. Er zijn een paar muurhaakjes bijgekomen en een stootbord achter het bed. De muren zijn allemaal gewit. Het tape waarmee een verpleegster een ballon voor je aan het plafond heeft gehangen is niet meer zichtbaar. Papa en mama zijn hier om je mee naar huis te nemen lieve schat. Nog steeds woon je in mama’s hoofd in Utrecht. Hier in je veilige kamertje, waar papa en mama altijd bij je waren. Maar het kamertje is nu leeg lieverd. Ik moet je mee naar huis gaan nemen. Je hebt zo hard gevochten. Ik moet leren dat we je niet meer beter kunnen maken. Dat we je nooit meer vast kunnen houden. Dat we niet meer bij je mogen zijn. Als we hier straks de deur uitgaan, moeten we je meenemen lieverd. Je mag met ons mee naar huis. Je hebt genoeg gestreden. Je hoort bij ons, voor altijd. Voor altijd in ons hart. Niet meer hier in het Maxima Centrum. Jij mag nu rusten, ook al vindt mama het nog steeds te moeilijk om te geloven dat je echt bij ons vandaan bent.

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag